Deze wereld waarin wij leven, heeft behoefte aan schoonheid om niet aan wanhoop ten onder te gaan. Evenals de waarheid brengt de schoonheid vreugde in het hart van de mensen: het is die kostbare vrucht die weerstand biedt aan de tand des tijds, die de generaties verenigt en hen doet delen in de bewondering.
Fragment uit de Boodschap aan de kunstenaars, Concilievaders van het Tweede Vaticaans Concilie, 7 december 1965.