Posts tonen met het label Wouter Lutkie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Wouter Lutkie. Alle posts tonen

woensdag 13 mei 2009

Traditie

Wouter Lutkie door Jan Toorop
Traditieloosheid is trouweloosheid.
Trouweloos kunt ge óók zijn door al te star vasthouden aan tradities, want er is een onmiskenbare hiërarchie, ook in rechten en plichten.
Het voorgeslacht leeft in ons voort. Individueel zijn de vaderen uit onze gezichtskring verdwenen, maar hun werk en hun geest zijn tastbaar onder ons blijven leven. Bijna alles wat wij, in de natuurlijke orde, het ónze noemen en tot onze beschikking hebben, álles (behoudens het heel kleine beetje van ons eigen maaksel... en dan nog!!) kregen wij, namen wij over van onze ouders, grootouders, vorige geslachten en gemeenschappen. En om wat díe ons hebben overgeleverd, geestelijk en stoffelijk, zijn wij hun blijvend dankbaarheid verschuldigd, liefdevolle piëteit, verknochte trouw.
Zonder hen waren wij zelf niet. Zonder hun geest, zonder hun overgeleverde woorden en werken van wijsheid, bleef ons weinig meer dan barbaarsheid.
Dit te loochenen in theorie zou krankzinnigheid zijn, dit te loochenen in practijk is laaghartigheid. Daarom zijn eerbied, trouw en dankbaarheid jegens het voorgeslacht dwingende plichten - maar niet onze énige plichten!
Wij hebben ook plichten ten opzichte van het nageslacht, van onszelf. Edel is het, en tot op zekere hoogte noodzakelijk, zich offers op te leggen omwille van het voorgeslacht. Doch niet buiten verhouding. De mens moet léven. De tradities trouw blijven, maar... léven. Zijn eigenste leven mag hij niet om tradities verloochenen.
Uit H. van Gelre, 'Onze rol spelen. Bloemlezing uit het werk van Wouter Lutkie pr.', Nuland: Uitgeverij Soli-Deo, 1962.

woensdag 14 januari 2009

Van boven af

Van boven af op uzelf neerkijken.
En lachen.
En zo wijs worden...
Als ge kunt.

Fragment uit 'Van boven af' van Wouter Lutkie in 'Onze rol spelen', Soli-Deo: Nuland, 1962.

donderdag 22 mei 2008

De man 'n man (5 - slot)

Als de man weer man wordt, wordt de vrouw vanzelf weer vrouw.
Een echte vrouw, maar niettemin zelfstandig.
Aanhankelijk en tegelijk zelfstandig. Aanhankelijk aan wat haar liefde heeft en de overtuiging van haar hart, maar tegelijk zelfstandig, d.w.z. niet meegaaand in al waar anderen voorgaan.
Zelfstandigheid ontbreekt niet de man alleen, ook de vrouw.
In deze tijd is er slechts één wijze mogelijk om zich te onderscheiden: niet meedoen, doch zichzelf trouw blijven. Het is een wijze die alléén de sterke aan kan.
Vandaag zijn alle mensen gelijk.
Dat heeft o.m. dit grote voordeel: het brengt aan het licht hoe weinig waarlijk zich onderscheidende karakters, hoe weinig ware persoonlijkheden er bestaan. - De would-be onderscheiding is vervallen. De ware bleef. De ware die sterkte vereist en fierheid.

Hebt ge een jongen? Maak er een man van.
En maak van uw dochter een vrouw.

Uit H. van Gelre, 'Onze rol spelen. Bloemlezing uit het werk van Wouter Lutkie pr.', Nuland: Uitgeverij Soli-Deo, 1962.

zaterdag 17 mei 2008

De man 'n man (4)

Wat maakt een man tot man?
Sterkte. Al wat sterk en ernstig is, kenmerkt de man. Maar niet louter lichamelijke kracht. En geen ernst die humor uitsluit.
Durf. Al wat waar en echt is en dapper, kenmerkt de man. Maar niet louter lichamelijke durf, doch bovenal morele moed. Niet enkel waar en echt tegenover anderen, doch tegenover zichzelf in de eerste plaats.
Dát maakt de man: mannelijke deugden en mannelijke ondeugden.
Beter overmoed en zelfoverschatting en drijverij, dan sentimentaliteit, vrees en lafheid, stuurloze overgevoeligheid en richtlingloze veranderlijkeheid. Wat maakt een man tot man? Lichamelijk en geestelijk?
Spieren. Zijn spieren beschikken hem voor tot ondernemen, veronderstellen energie in hem en ondernemingsgeest. Ze zijn het symbool van geestelijke sterkte en manen hem tot sterkte van wil, zelfbeheersing. Een man is hij die macht over zichzelf bezit, die zichzelf regeert, die de waarheid verdraagt, aanvaardt, aandurft. In zijn gedachten en in zijn gevoelens.

[Wordt vervolgd]

Uit H. van Gelre, 'Onze rol spelen. Bloemlezing uit het werk van Wouter Lutkie pr.', Nuland: Uitgeverij Soli-Deo, 1962.

zaterdag 3 mei 2008

De man 'n man (3)

Er zijn geen mannen meer.
Physiek als man geboren wezens lopen rond met vrouwelijke eigenschappen.
Physiek als vrouw geboren wezens lopen rond met mannelijke eigenschappen. Zijn zelfstandig, brutaal, opdringerig en uitdagend. Dus.. wat blijft er voor het moederschap?
Weleer was de grootste schande voor een man: geen moed bezitten, niet durven. Wie niet dapper was, deed toch alsof. Nu is hij ronduit laf en bang, ja, maakt zelfs vertoon van die laf- en bangheid en roemt erop.
Verdwijnen gaan ook de typisch mannelijke ondeugden.
Is dit geen winst? het is dubbel verlies, want de ondeugden verdwijnen niet, doch verschuiven zich slechts.
Beter de man behept met typisch mannelijke ondeugden, dan een man verstoken van alle mannelijkheid in karakter.

[Wordt vervolgd]

Uit H. van Gelre, 'Onze rol spelen. Bloemlezing uit het werk van Wouter Lutkie pr.', Nuland: Uitgeverij Soli-Deo, 1962.

vrijdag 2 mei 2008

De man 'n man (2)

De natuur heeft man en vrouw verschillend gewild. Physiek en psychisch verschillend. Op het verschil tussen man en vrouw berust het liefdeleven, berust het huisgezin, de samenleving, de gemeenschap aller mensen.
Hoe meer dit verschil kunstmatig tegengegaan en tenietgedaan wordt, hoe minder gezond het liefdeleven tussen de geslachten wordt, hoe minder hecht het familieleven, hoe rotter de gemeenschap der mensen.

[Wordt vervolgd]

Uit H. van Gelre, 'Onze rol spelen. Bloemlezing uit het werk van Wouter Lutkie pr.', Nuland: Uitgeverij Soli-Deo, 1962.

donderdag 1 mei 2008

De man 'n man (1)

En de vrouw 'n vrouw.
Bevolkingsvraagstuk? Mensen te veel?
Mannen te weinig!
Wanneer er meer mannen waren, zouden er geen mensen te veel en zou er van overbevolking geen sprake zijn. Indien allen viriel van karakter waren, die physiek als man worden geboren.
Nú is er overbevolking, omdat er te weinig mannen en te weinig vrouwen zijn.
Geen feminiele vrouwen, geen viriele mannen, dus te veel mensen.
Het "feminisme" wint. Het feminisme alleen.
De man deelt zijn rechten mee, geeft zijn voorrechten op. Het kan de vrouw niet baten.
O, hier is geen sprake van uitwendige dingen. Niet de verschijnselen, doch de geest: de geest der verschijnselen.
Kwestie van "beginsel": het beginsel der gelijkheid.
Gelijk recht voor allen.
De natuur doet helaas niet mee. De natuur geeft onbeperkte verscheidenheid van behoeften, van rechten en plichten.
Jammer voor de natuur. Wij zullen de natuur bestraffen door haar te negeren.
Leve de gelijkheid.
Alle mensen gelijk.

[Wordt vervolgd]

Uit H. van Gelre, 'Onze rol spelen. Bloemlezing uit het werk van Wouter Lutkie pr.', Nuland: Uitgeverij Soli-Deo, 1962.