Anna van Gog-Dings: Ja, dat dacht ik laatst ook nog. In de oorlog - Hitler en die man hebben schijnbaar nooit geen Latijn verstaan - want de hele oorlog was 't zondags altijd na de hoogmis en dat deed me zo goed altijd, dan zongen ze altijd:
Domine, salvam fac Reginam nostram, Et exaudi nos in die, qua invocaverimus te. Domine, exaudi orationem meam et clamor meus ad te veniat.
Museum Het Valkhof, Nijmegen: Na de succesvolle tentoonstelling 'Jan Toorop - Portrettist' (2003) besteedt het museum opnieuw aandacht aan deze bekende en geliefde kunstenaar. Ditmaal staan het werk en de contacten uit zijn Nijmeegse periode (1908-1916) centraal, met als belangrijk onderdeel zijn 'cultureel ondernemerschap'. Toorop deed namelijk goede zaken met reproducties van zijn populairste werk, die hij soms zelf inkleurde en signeerde. Verkoopsters brachten die op straat vanaf de handkar aan de man. De tentoontstelling biedt een overzicht van deze 'echte Toorops' met een aantal originele werken die hieraan ten grondslag lagen. Daarnaast wordt de correspondentie van de kunstenaar gepresenteerd, waarvan het museum belangrijke stukken in de collectie heeft. Tevens zijn de meest bijzondere werken opgenomen die tijdens een tweetal druk bezochte kijkdagen door particuliere eigenaren zijn ingebracht
Regisseur Anneloor van Heemstra maakte een impressie van de diverse onderwerpen die in de tentoonstelling 'Een echte Toorop?!' aan bod komen.
Boek van Giovanni Papini (Il crepuscolo dei filosofi, 1905), vertaald en ingeleid door Robert Lemm. Nu voor € 5,99 in de ramsj bij De Slegte.
Uitgeverij Aspekt: De verwantschap tussen Jorge Luis Borges en Giovanni Papini ligt voor de hand. Papini heeft in zijn grote dagen als tegendraadse essayist via het Italiaanse podium een stuk wereldopinie beheerst. Over zijn eigen leven en worstelingen daarin met goed en kwaad schreef hij boek na boek. Voor Borges, die hem uitverkoos in zijn Bibliotheek van Babel, stond Papini zo hoog omdat hij wist te negeren en te verguizen wat het leven verkleint en verslechtert. Papini staat als stilist naast Luis de León, Unamuno, Donoso Cortés, Joseph de Maistre en Léon Bloy. Door het werk van Papini herkende Borges zijn eigen weg naar de geheimen in zichzelf. "Ik weet zeker," aldus Papini in zijn aanval op de zogenoemde gevestigde filosofie, "dat er ondanks het smalende zwijgen der verheven wijsgeren en poseurs van de hoogdravende wetenschap, onbekende jonge vrienden zijn die onder mijn zweepslagen en dolkstoten de vrolijke pagina's en paden zullen vinden". Kant, Hegel, Schopenhauer, Comte, Spencer en Nietzsche gaan voor de bijl en een van zijn grote voorkeuren is Borges die juist deze diatribe van Papini als geestelijke gids adopteerde.
Papini werd geboren in 1881 en stierf in 1956. Hij evolueerde tijdens zijn stormachtige loopbaan van literatuurhistoricus en dichter tot pragmaticus, romanticus en zelfs atheïst om in het begin van de jaren twintig toch weer het reddende christendom te omhelzen, zoals hij getuigde in zijn controversiële Storia de Cristo. Wat met Het avondrood der filosofen uit 1905 was begonnen en uitliep op de melancholieke autobiografie Een afgeleefde man (1911) kwam na zijn bekering naar buiten in vlijmscherpe commentaren bij iedereen en alles wat naam had. Papini vereenzelfvigde zich met Michelangelo en Augustinus. Pas door zijn tijdelijke adhesie met Mussolini kwam Papini tot een zwanenzang in De duivel, welke een sluier van stilte over hem legde. Borges bracht hem opnieuw voor het voetlicht. Met welk een hartstochtelijke luciditeit deze Italiaanse gigant, een moderne herontdekking nu van Robert Lemm, zijn bestorming inleidde, is te lezen in dit nog altijd actuele boek. De schoolvossen, die uitmaken wat we wel en niet mogen lezen, zullen er weer aanstoot aan nemen. De nomaden halen glunderend hun hart aan hem op!
Een interview met Herman Finkers van maandag 22 oktober 2007 over zijn werk, leven, muziek, liturgie, Gerard Reve, poëzie, humor, geloof en de tijdgeest.
Verlicht maar weinig zicht, m'n God wat ik u schreeuw Geef ons voor extra licht zo'n donkere middeleeuw
Anton de Wit: Wat een mooi interview met Désanne van Brederode in Soeterbeeck gisteren. Ik werd vooral getroffen door haar voorzichtig geformuleerde kritiek op nieuwe vormen van spiritualiteit, die zij als geestelijke exponent ziet van wat filosoof Harry Kunneman het ‘dikke ik’ noemt.
Kun je de uitzending hierboven niet bekijken? Klik dan hier.
Boeiende documentaire over Anton Bruckner en zijn 8ste symfonie. Interviewer Henk van der Meulen reist met musicoloog Bas van Putten naar het Oostenrijkse Ansfelden, het geboortedorp van Anton Bruckner. Ze brengen een bezoek aan het geboortehuis van Bruckner en aan het Sankt Florian Klooster, waar Bruckner een groot deel van zijn muzikale opvoeding kreeg. Verder veel fragmenten uit de 8ste symfonie uitgevoerd door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden. Met aandacht voor religie en gesprekken met Jaap van Zweden.
Hieronder te bekijken (duur 53 minuten).
Kun je de uitzending hierboven niet bekijken? Klik dan hier.
Caravaggio en de Utrechtse Caravaggisten staan centraal in een tentoonstelling in het Städel Museum te Frankfurt. Carravaggio in Holland is tot 26 juli 2009 te bezichtigen.
Een bespreking van de hand van Eduard Beaucamp kun je lezen in de Frankfurter Algemeine Zeitung. Alvast een voorproefje:
Die Genre-Parade des Städel hat im ersten Saal ein ernstes und gewichtiges Vorspiel jenseits aller Lustbarkeiten und Frivolitäten. Caravaggios „Dornenkrönung“ aus Wien erschließt die tieferen Schichten seines barocken Realismus: Zwei grobe Schergen traktieren den gebeugt sitzenden, blutenden Christus mit Stöcken. Als kalter, unbeteiligter Voyeur drängt sich ein gepanzerter Soldat seitlich in die Szene. Caravaggio lässt den Gefolterten in den leer gelassenen, unteren Bildraum starren und artikuliert damit durchdringenden Schmerz und abgrundtiefe Verlorenheit. Diesem Meisterwerk, das zuletzt 2001 in Berlin zu sehen war, sind zwei recht getreue Paraphrasen der „Dornenkrönung“ von Bartolomeo Manfredi und von Baburen an die Seite gestellt, die gleichfalls um den Kopf Christi als Zentrum des Leidens kreisen, aber Caravaggios Tiefsicht nicht erreichen.
Vandaag verzorgd Radio 4 tot zes uur 's-avonds een rechtstreekse uitzending vanuit de Temple Church in Londen. Ter gelegenheid van de 250ste sterfdag van Georg Friedrich Händel. Temple Church was de kerk van de Orde van de Tempeliers. Radio 4 is te gast bij The Honourable Society of the Inner Temple.
Antoine Bodar: In de liturgie van Goede Vrijdag zijn beide elkaar aanvullende belevingen van het kruis te beluisteren. Hoe lijdend en meelijdend klinkt het 'Ecce lignum crucis in quo Salus mundi pependit'? En hoe juichend en triomferend klinkt het 'Crux fidelis inter omnes arbor una nobilis'? De lijdende Christus (Christus patiens) en de triomferende Christus (Christus triumphans). Beide belevingen van het kruis zijn Hem eigen.
Crux fidelis, inter omnes arbor una nobilis : nulla silva talem profert, fronde, flore, germine. Dulce lignum, dulces clavos, dulce pondus sustinet.
Pange lingua gloriosi lauream certaminis, et super Crucis trophæo, dic triumphum nobilem : qualiter Redemptor orbis immolatus vicerit.
Crux fidelis, inter omnes arbor una nobilis : nulla silva talem profert, fronde, flore, germine.
De parentis protoplasti fraude factor condolens, quando pomi noxialis in necem morsu ruit : ipse lignum tunc notavit, damna ligni ut solveret.
Timothy Verdon in L'Osservatore Romano: In the Supper of the refectory of Santa Maria delle Grazie, Christ opens his arms in the gesture he made the following day, on the cross. Leonardo conceived of the pose of Christ as a function of the next action in the sacred drama, which is depicted on the opposite wall of the refectory. The majestic psychological presence, the unfathomably interiority are attributes of someone who contemplates and accepts his own death.
Leonardo da Vinci, Ultima Cena, Milano, Santa Maria delle Grazie, 1494 - 1498
Oswin Schneeweisz in het AD: Het is levende vaderlandse geschiedenis. Zo’n voorstelling doet meer voor de herwaardering van de vaderlandse geschiedenis dan honderd canons bij elkaar.
J.P. Sonnen: Evan got a great flat with this fabulous view of the Vatican City. Then somebody gifted him with one-hundred Tuscan cigars so this is how we now spend our Sunday afternoons after the Papal Angelus!
Up until the 19th century nearly every major religion took it for granted that one of the divine attributes of God was beauty itself. Where you found even the least bit of beauty you found some small part of God in it. The modern notion, however, of beauty being in the eye of the beholder, or that everything is beautiful, is one that leads us away from the originator of beauty and into the void. And of course, if everything is beautiful, then nothing is beautiful. This conflict is the subject of today's lecture.
Fragment uit een brief (Novosibirsk, 28 maart 2009) van Michiel Peeters:
Het probleem lijkt te zijn, dat het a priori uitgesloten lijkt te zijn dat je van de paus iets zou kunnen leren, dat de publieke opinie - buiten en vaak binnen de Kerk - op voorhand heeft besloten dat hij toch alleen maar of irrelevante of schadelijke dingen zegt; en men alleen nog maar zit te wachten op een volgende aanleiding - hoe gezocht ook - om hem en zo de Kerk definitief onschadelijk te maken.
Maar stel, alleen maar theoretisch, dat de paus die dingen zegt en doet om een reden? Een reden die al twee millennia, in de meest verschillende omstandigheden stand lijkt te houden en mensen in de onmogelijkste situaties hoop geeft en op laat staan? Alleen die theoretische mogelijkheid zou een minimum aan positieve belangstelling moeten wekken, want de vraag of het leven een uiteindelijke, positieve zin heeft kun je niet onbeantwoord laten. Of je beantwoordt hem bewust of hij wordt voor je beantwoord. De paus heeft er een interessante hypothese over, die hij keer op keer aan de hele mensheid voorstelt, met een helderheid en een vriendelijkheid die op zich al verbazingwekkend zijn - en de journalisten en politici beperken zich ertoe een paar woorden uit hun context te halen en op een bizar valse manier te presenteren en dan te verfoeien. Zo hoeft men in elk geval niet meer naar de rest te luisteren. Waarom? Waarom - vraagt de schrijver Maxence van der Meersch zich af - zijn we vaak zo bang juist voor wat ons zou kunnen helpen?
Hoe dan ook maakt het me alleen maar dankbaarder voor wat ikzelf ontmoet heb. Zonder de ontmoeting met iets, dat op overtuigende wijze in zichzelf de belofte droeg het antwoord op mijn diepste vragen te zijn, belofte die zich in de tijd waarmaakt, was ik ongetwijfeld een ergere pauscriticus geworden (misschien iets minder capabel [jurist]). Je moet oppassen, ook in de verdediging van wat je als waar hebt leren kennen, niet Christus' methode te vervangen door de "gewone", van de wereld (analyses, kritiek, projecten). "Christus is niet komen klagen over de boosheid van de tijden. Hij heeft het Christendom gesticht" (Péguy).