woensdag 19 augustus 2009

Over don Camillo en Peppone of over deze tijd

Don Camillo is nog altijd actueel. Of het nu gaat om de gemeente Tilburg & pastoor Schilder of www.katholieknederland.nl & Peter van Zoest / Observatrix.


Avondschool
...

In de lege kerk, welke slechts door de twee kaarsen van het altaar verlicht werd, stond don Camillo met de Christus van het kruisbeeld te praten.
'Het is zeker niet om uw werk te willen bekritiseren,' merkte hij op, 'maar ik zou niet toegelaten hebben, dat Peppone burgemeester werd met een gemeenteraad, waarvan er maar twee behoorlijk lezen en schrijven kunnen.'
'De cultuur doet er niets toe, don Camillo,' antwoorde Christus glimlachend. 'Waar het op aankomst, zijn de denkbeelden. Mooie redevoeringen halen niets uit, als er onder de mooie woorden geen praktische denkbeelden schuilen. Voor wij deze mensen veroordelen, moeten wij hen gelegenheid geven te laten zien, wat ze kunnen.' 'Zeer juist,' gaf don Camillo toe. 'Ik heb dat enkel maar gezegd omdat, als de lijst van de advocaat de meerderheid gehaald had, we er zeker van konden zijn, dat de toren gerepareerd werd. In ieder geval krijgen we, al valt de toren ook in, een prachtig volkshuis in het dorp, met balzalen, buffetten, speel- en sportzaal, toneelzaal voor variété...'
'En ijzeren kooien om er zulke giftige slangen in te zetten als don Camillo', besloot Christus.
Don Camillo boog het hoofd. Het speet hem, dat hij zich van een zo kwaadaardige kant had laten zien.
'U beoordeelt me verkeerd,' zei hij. 'U weet, dat die dingen me geen steek kunnen schelen. Ze zijn me zelfs geen sigaar waard. Kijk, dit is de enige sigaar, die ik nog heb, en zie nu eens, wat ik er mee doe.'
Hij haalde een sigaar uit zijn zak en brak die stuk tussen zijn reusachtige handen.
'Prachtig,' zei Christus. 'Bravo, don Camillo. Aanvaard het, als je penitentie. Maar laat me nu zien, dat je ook de resten van die sigaar weggooit, want jij bent in staat om die in je zak te doen en dan in je pijp op te roken.'
'Maar we zijn in de kerk,' protesteerde don Camillo.
'Laat je dat niet hinderen, don Camillo. Gooi de tabak in die hoek daar.'
Don Camillo deed het, terwijl Christus tevreden en voldaan toekeek. Toen werd er op de deur van de sacristie geklopt en kwam Peppone binnen.
'Goedenavond, meneer de Burgemeester,' riep don Camillo heel onderdanig.
'Luister,' zei Peppone. 'Wanneer een Christen in twijfel verkeert over iets wat hij gedaan heeft, en hij komt naar u toe om het te vertellen en u ziet, dat hij fouten begaan heeft, wilt u hem die dan zeggen of laat u dat onverschillig?'
Don Camillo werd boos.
'Hoe durf jij de zielzorg van een priester in twijfel te trekken? De eerste plicht van een priester is om duidelijk alle fouten in het licht te stellen, welke de penitent heeft begaan!'
'Goed!' riep Peppone uit. 'Is u bereid om mijn biecht te horen?'
'Ik ben bereid.'
Peppone haalde een schrift uit zijn zak en begon voor te lezen:
'Burgers, terwijl wij met vreugde de beslissende overwinning van onze partij begroeten...'
Don Camillo legde hem met een beslist gebaar het zwijgen op en ging voor het altaar neerknielen.
'Jesus,' fluisterde hij, 'ik sta niet langer voor mijn daden in!'
'Ik ook niet,' antwoordde Christus. 'Peppone heeft jou overtroefd en je moet hem eerlijk op zijn fouten wijzen en handelen zoals je plicht is.'
'Jesus,' drong don Camillo aan, 'geeft U er zich wel rekenschap van, dat U me voor de communistische propagandadienst laat werken?'
'Je werkt voor de grammatica, de syntaxis en de orthografie, welke dingen niets duivels of sektarisch hebben.'
Don Camillo zette zijn bril op, wees de fouten aan en bracht orde in de verwarde zinnen van de redevoering, welke Peppone de volgende dag moest houden. Toen las Peppone alles nog eens met een ernstig gezicht over.
'Goed,' prees hij. 'Maar het enige, wat ik niet begrijp, is dit: Waar ik zeg: "Het is onze bedoeling om het schoolgebouw te doen uitbreiden en de brug over de Fossalto te herstellen," corrigeert u: "Het is onze bedoeling om het schoolgebouw te doen uitbreiden, de kerktoren te restaureren en de brug over de Fossalto te herstellen." Waarom?'
'Een kwestie van zinsbouw,' merkte don Camillo ernstig op.
'Wat is u toch gelukkig, dat u Latijn gestudeerd heeft en alle fijnheden van de taal kent,' zuchtte Peppone. 'En,' voegde hij er aan toe, 'nu is mij dus ook de hoop vervlogen, dat de kerktoren nog eens boven uw hoofd zou instorten.'
Don Camillo breidde de armen uit.
'We moeten ons allen buigen voor de wil van God.'
Toen hij terugkwam, nadat hij Peppone tot aan de deur gebracht had, ging hij Christus zijn groet brengen.
'Bravo, don Camillo, 'zei Christus hem met een glimlach. 'Ik heb je verkeerd beoordeeld en het spijt me, dat je je laatste sigaar stuk gebroken hebt. Dat was een penitentie, die je niet verdiend had. Maar laten we eerlijk zijn: het is toch wel heel erg, dat Peppone je voor al je moeite nog niet eens een sigaar heeft gegeven!'
'Wel komaan dan!' zuchtte don Camillo, haalde een sigaar uit zijn zak en maakte aanstalten om ook die stuk te knijpen.
'Nee, don Camillo,' zei Christus glimlachend. 'Ga en rook hem in vrede. Je hebt hem verdiend.'
'Maar...'
'Nee, don Camillo, je hebt hem niet gestolen. Peppone had twee sigaren in zijn zak. Peppone is communist. Door er hem handig een te ontfutselen heb je niets anders gedaan dan je deel te nemen.'
'Niemand, die zo goed op de hoogte is van die dingen, als U,' riep don Camillo met diep respect uit.
Fragment uit Don Camillo en de kleine wereld van Giovannino Guareshi in de vertaling van Frans van Oldenburg Ermke.