Inderdaad, de strijdbaarheid kan het tegendeel van liefde zijn, maar .... eveneens datgene, wat men heden zoo gaarne en argeloos "liefde" noemt. Men kan God in stilte willen dienen, omdat men bevreesd werd openlijk voor Hem te strijden. Hier is die schijnbare plichtsvervulling essentieel een plichtsverzuim, en de liefde tot God essentieel een wantrouwen van God. Men meene niet, dat het geval denkbeeldig of uitzonderlijk is, dat de rechtvaardige een veilig heenkomen zoekt naar het nederigste werk omdat hij den strijd (die zich allereerst bínnen de Kerk voltrekt) niet meer aandurft. Het is schering en inslag. Hoe weinig rechtvaardigen kon Catharina van Siëna tot den beslissende strijd bewegen. Het is de eenzaamheid van alle heiligen. Als de strijd het beslissend stadium nadert zijn de rechtvaardigen verdwenen, - precies zoo als de Apostelen. De rechtvaardige bekent zichzelf soms wel dat zijn vaarwel aan den strijd vrees en onzekerheid is geweest, maar hij hoopt dan op den moed van een vólgend geslacht. Misschien duurt dit hópen, deze tragiek der rechtvaardigen en deze eenzaamheid der heiligen, nu al twintig eeuwen.
Fragment uit Verworpen Christendom (1938) van Henri Bruning.