vrijdag 10 juli 2009

109ste geboortedag van Henri Bruning

Schrijver, geboren te Amsterdam op 10 juli 1900, overleden in Nijmegen, 17 december 1983. Veel van zijn werk bezit nog steeds waarde. De volgende fragmenten komen uit de bundel Verworpen Christendom (1938).
Nut of dienstbaarheid

We hebben wel een taak, maar geen functie; wij hebben wel een plicht, maar geen nut. Desondanks is onze hoop doorloopend: ons goed-functionneerend nut. - Het is dan ook niet aangenaam wel een plicht te bezitten, maar het nut ervan te moeten betwijfelen. Het is veel aangenamer (en niet slechts om de revenuën) "nuttig" te zijn, en deze "nuttigheid tot plicht te proclameeren.

...

Neen, er is niet zoo heel veel verschil tusschen de hondenkar waarop de van Goghs aan den man werden gebracht om voor enkele centen de salonnetjes (misschien nog niet eens de salonnetjes) der kleine neringdoenden te sieren, en de (misschien gepantserde) auto waarmede een (misschien vervalschte) van Gogh aan het museum wordt afgeleverd; zij rijden beide naar hetzelfde onverstand. Er is niet zoo heel veel verschil tusschen de stilte die op de burleske en verbijsterende tragedie van hun vernietiging volgde, en de stilte die het conserveeren bestendigt. En zeker is dit minimaal verschil de ellende van het leven, van dát leven, dat hondenleven, niet waard geweest.

...

Bloei of slop?

...

Het intellectueel "défaitisme" onzer "leidende" cultureele kringen is allereerst een vorm van liefdeloosheid. Het is vervolgens een vorm van geestelijke en intellectuele luiheid. Men wenscht rust, op alle fronten rust. Men wenscht met rust te laten en met rust gelaten te worden. En zoo wenscht men dan ook, coûte que coûte, elke gespannen boog te ontspannen. Men tolereert een contra als "jeugd"; als "jeugd" ontvangt het zelfs een welwillend, zeer welwillend schouderklopje; "wilde haren" bewijzen dat er nog "leven" is, en wat jeugd is, luwt immers wel, dat verstoort geen rust, integendeel. Het verzet dat zich handhaaft en ernst blijkt, dwingt tot verweer, maar juist dit verweer kon wel eens het overtuigendst demonstreeren dat het leven reeds lang geweken is. Het is beslist niet zonder reden als men iets, dat zoo onafwijsbaar noodzaak blijkt als de polemiek, verdacht wenscht te maken, als men iets dat zoo duidelijk plicht is, uit de buurt wenscht te houden, als men een ernstig contra.... Enfin, de luiheid is zelden actiever, alleen niét in het weerleggen van een contra.

...